Omgevingsonderwijs

Onderstaand is een verdieping te vinden in het omgevingsonderwijs. Door de schrijver is een selectie gemaakt van belangrijkste kennis, inzichten en ontwikkelingen ten aanzien van het omgevingsonderwijs. Hierbij lag de focus op relevantie voor leerkrachten van groepen in de midden- en bovenbouw. Tevens wordt getracht de relatie te leggen met het praktisch handelen van de leerkracht. De lezer krijgt een samengevat beeld van omgevingsonderwijs. Verdere verdieping is daarom mogelijk n.a.v. het lezen van de tekst.


Onderwijs en omgeving

Omgevingsonderwijs wordt gezien als een didactische werkvorm die plaatsvind in de directe leefomgeving van het kind/de school. Onder de leefomgeving wordt de ruimte verstaan waarin kinderen wonen, leren en spelen. Hierbij kan gedacht worden aan de straat, het huis, de wijk, de weg naar school of gebieden waar kinderen heengaan in de vrije tijd (Declercq & Van Esch, 2011).

Het wordt steeds meer erkend en bekend dat de natuur en de omgeving van belang zijn voor de gezondheid en een evenwichtige ontwikkeling van kinderen. Het fundament voor omgevingsonderwijs is de ‘groene pedagogiek’. Onder ‘groene pedagogiek’ wordt de theorie verstaan waarin natuur en omgeving een belangrijke en onmisbare bijdrage leveren aan de ontwikkeling (opvoeding en onderwijs) van alle kinderen (vooral ook voor kinderen met specifieke zorgbehoeften). 

Als mensen maken we onmiskenbaar deel uit van onze omgeving. We zijn onderdeel van, bewegen in en gaan interactie aan met de natuur. Het fundament van de ‘groene pedagogiek’ heeft ook gevolgen voor ons onderwijs. Dagelijkse ervaringen en interactie met de natuur (planten, dieren, plekken, etc.) zijn cruciaal voor mensen volgens pedagoog Wim ter Horst (CNV, 2008). Nu is het fundament duidelijk, maar waaraan herken je als leerkracht omgevingsonderwijs?


Tien kenmerken van omgevingsonderwijs

• Dwingt tot zelfstandig en actief leren. De omgeving is niet voorgestructureerd en vraagt van de kinderen waarnemen, vragen stellen, vergelijken, etc.  

• De omgeving heeft een ander aanbod aan bronnen dan op school, waar veelal het boek wordt gebruikt. 

• Heeft veelal een concreet verschijnsel als startpunt, niet een abstract verschijnsel. 

• Kan leerlingen motiveren en boeien voor vakken waar ze met traditioneel onderwijs amper door geboeid zijn.

• Doorbreekt de routine van het schoolse leren en werkt motiverend voor leerkrachten en leerlingen.

• Omgevingsonderwijs geeft de mogelijkheid om de omgeving en elkaar beter te leren kennen.  

• Legt een verband tussen de werkelijkheid en de klas en is een goed middel om vakoverschrijdend te werken. 

• Zorgt voor respect en waardering voor de omgeving/natuur.

• Geeft een mogelijkheid om connecties aan te gaan met diverse instellingen en bedrijven uit de omgeving. 

• Omgevingsonderwijs is een manier om je als school te profileren richting ouders en de omgeving. (Van Riessen & van Manen, 2006).


Verschil tussen omgevingsonderwijs en regulier onderwijs

Omgevingsonderwijs wordt geregeld aangeduid als buiten leren, terwijl regulier onderwijs binnen leren wordt genoemd. Een groot verschil is dat buiten leren minder voorgeprogrammeerd is. Tevens is het meer gericht op zintuigen, prikkels en beweging. Door buitenruimtes om te toveren tot leerlandschappen worden ook andere vakken behandeld, zoals: wiskunde, taal, techniek, etc. Dit lijdt tot vakoverschrijdend leren. Dit leren in de echte wereld zorgt voor een concretere en betekenisvollere context. Tevens zorgt de natuur in combinatie met leren voor meer ontspanning dan het leren in een klaslokaal. Omgevingsonderwijs is daarnaast meer gericht op intensief, creatief en probleemoplossend gericht leren (CNV, 2008).

Daarentegen zien we vaak dt regulier onderwijs in blokken/thema's wordt aangeboden. Vakken zijn gescheiden en voortgang wordt vaak op papier getest. De informatiebron is vaak een boek en didactische werkvormen of interactie met de omgeving zijn meer beperkt t.o.v. omgevingsonderwijs. Lessen zijn veelal gestructureerd en hebben geregeld een abstract uitgangspunt wat lang niet altijd betekenisvol voor leerlingen is.  


Voordelen omgevingsonderwijs

Volgens Erno Mijland (CNV, 2008) bevordert buiten leren het leer- en concentratievermogen. Daarnaast brengt omgevingsonderwijs het het kind meer in balans en zorgt het voor respect voor de natuur en leefomgeving. Helaas moeten er ook eindscores worden behaald en de inspectie moet tevreden het pand verlaten. Veel leerkrachten gaan daarom slechts beperkt of niet naar buiten. Er wordt dan gezegd dat het veel tijd kost en het leren buiten niet goed meetbaar is. Toch is het veel betekenisvoller als je inhoudsmaten kunt meten in de nabijgelegen vijver, in plaats van dat je als leerling een afbeelding op het digibord ziet.

Het blijkt dat er buiten veel te leren valt. Er kan aan 36 van de 58 kerndoelen buiten het schoolgebouw worden gewerkt. Vooral de leergebied overstijgende doelen kunnen goed worden aangepakt buiten het klaslokaal. Zo kan een leerkracht vertellen waar je pak melk vandaan komt. Echter is het voor een kind veel interessanter om te zien hoe dit geproduceerd wordt in de fabriek. Tevens kunnen er diverse voordelen worden gedistilleerd uit de kenmerken van omgevingsonderwijs benoemend door van Riessen en van Manen. Een kleine greep uit deze voordelen: zelfstandig leren, actief leren, nieuwe informatiebronnen, motiverend, doorbreekt routine, creëert respect voor de natuur, is vakoverschrijdend en legt connecties met elkaar en bedrijven in de omgeving (Van Riessen & van Manen, 2006). 

Als er zoveel voordelen aan omgevingsonderwijs zitten, waarom doen maar zo weinig scholen hieraan. Het blijkt dat veel van de scholen het een hoop gedoe vinden. Verder vinden ze het moeilijk om los van de traditionele vakken en lijnen te denken. Daarnaast zijn scholen vaak bang voor de inspectie. Echter blijkt uit de verhalen van diverse ervaringsdeskundigen dat omgevingsonderwijs goed te verantwoorden valt als er vooraf is nagedacht over de leerdoelen en opbrengst van de activiteit (CNV, 2008).


Leerlingen over omgevingsonderwijs

Naast alle voordelen en nadelen is het goed om de mening van onze “klant” mee te nemen. De cijfers zijn erg duidelijk: kinderen vinden het erg leuk om buiten les te krijgen. Echter is het percentage van de kinderen dat buiten daadwerkelijk les krijgt erg laag. Kortom: kinderen vinden omgevingsonderwijs leuk en er is nog veel werk te doen om omgevingsonderwijs te laten integreren in ons onderwijs.

Verder ondervinden leerlingen diverse voordelen van omgevingsonderwijs, volgens leerlingen en leerkrachten. Onderstaand is een greep uit de vele voordelen van omgevingsonderwijs te vinden (Van Dijk, Hovinga, Verschoor, Brinkkemper , Looman, & Maas, 2017). Samen met bovenstaand stuk kan de lezer zich een compleet beeld vormen van de vele voordelen die omgevingsonderwijs kent. 

Voordelen omgevingsonderwijs
Ervaren van vrijheid
Nemen van verantwoordelijkheid
Uitproberen & kiezen
Concreet ervaren
Oplossen
Grenzen opzoeken
Ervaren van veiligheid
Leren van sociale vaardigheden
Leren met heel je lijf
Leren komt tot leven
Leren kinderen spelend
Worden kinderen geprikkeld en uitgedaagd
Geeft ruimte

Plaatsen voor omgevingsonderwijs:

Nou wilt u misschien aan de slag met omgevingsonderwijs en vraagt u zich als leerkracht af wat geschikte plaatsen zijn om dit aan te bieden. Hieronder zijn een aantal praktische mogelijkheden opgenomen die zich goed lenen voor omgevingsonderwijs.

  1. Natuurspeelplaatsen en leerlandschappen
    Hierbij kan gedacht worden aan duinen, stranden, bossen, de heide, parken ‘wilde landjes’ in en aan de randen van de stad en plantsoenen, natuurspeelplaatsen in de wijk, en schoolpleinen.
  2. Leerboerderijen en boerderijscholen
    Kinderen komen in aanraking met dieren en planten in de nabije omgeving. Ze leren zorg te dragen en leren over de natuurprocessen.
  3. Dieren in en/of bij de school
    Net als boerderijen komen de leerlingen hier ook in aanraking met dieren. Ze leren zorg te dragen voor dieren in de directe omgeving.
  4. Tuinen
    Er kan hier worden gedacht aan een bezoek aan de moestuin van een school of kinderboerderij. Ook kan er worden gedacht aan bosjes, parktuintjes en plaatselijke tuinen.
  5. Natuur en techniek
    Hierbij kan gedacht worden aan het maken van constructies in de buitenlucht. Voorbeelden hiervan zijn: hefbomen, katrollen, waterirrigatie, elektra, etc. In de natuur kan de verbinding worden gelegd met techniek. Immers zijn veel technieken op de natuur gebaseerd (CNV, 2008).

Natuurarrangementen

Er is al langere tijd meer aandacht voor gezonder eten, bewegen en zoeken naar rust en ontspanning in de natuur. Verder is bekend dat leren en spelen in de natuur invloed kan hebben op de sociaal-emotionele ontwikkeling, inzicht en concentratie. Met deze feiten op zak is het de taak aan het onderwijs om een uitdagende leeromgeving buiten te creëren. De natuurarrangementen zijn interventies gericht op een bepaalde ontwikkeling van het kind. Door zo naar leren te kijken worden de kinderen met een (leer)doel naar buiten gestuurd en niet om even van ze “af te zijn”.

We spreken van een natuurarrangement als het gaat om een intentionele handeling waarin bewust interactie met planten, dieren of natuurlijke materialen wordt aangegaan. Een natuurarrangement is af te stemmen op de leerbehoefte van een groep of individu. Er moet voor worden opgepast dat het natuurarrangement niet een intentionele handeling van de leerkracht wordt. Hiermee loop je het risico dat het middel het doel wordt. Het natuurarrangement moet aansluiten bij de onderwijsbehoefte van de leerling, zodat het doel centraal blijft staan. Als natuurarrangementen op deze manier worden ingezet zullen ze het leerproces van de leerling ten goede komen en een meerwaarde vormen voor leerling en leerkracht (De Jonge, 2015).


Relatie omgevingsonderwijs en passend onderwijs

De ontwikkeling van omgevingsonderwijs is een reactie op de maatschappelijke trend van het steeds minder buitenspelen en minder contact met de natuur. Daarnaast zijn de psychische problemen onder jongeren toegenomen en ondervinden leerkrachten hier de directe gevolgen van. De natuur wordt al door diverse hulporganisaties ingezet t.b.v. de zorg voor kinderen en ouderen. Het is algemeen bekend dat het bezoeken van een ‘groene omgeving’ al een helend effect heeft. De natuur bestaat uit voorspelbare verandering en structuur wat leerlingen met leerproblemen als erg prettig ervaren. Het kan stress verminderen, de stemming verbeteren, bloeddruk verlagen en rust creëren. Dit is iets wat veel leerlingen nodig hebben, ook leerlingen van het speciaal onderwijs (Both, 2007).

Vooral het zorgen voor planten en dieren biedt deze kinderen een omgeving waarin een dier of plant van hen afhankelijk is (eten/verzorging). Dit zorgt voor een relatie, verantwoordelijkheidsgevoel en trots. Tevens blijkt uit onderzoek dat kinderen zich beter kunnen concentreren en meer geduld hebben in een ‘groen’ omgeving. Dit komt doordat een ‘groene’ omgeving veel onwillekeurige aandacht vraagt. De natuur vraagt aandacht en hiervoor hoeft de leerling zich niet in te spannen, omdat de interesse is gewekt. Dit is het tegenovergestelde van geconcentreerde aandacht, die moeite vereist (Both, 2007). Het blijkt dat natuuronderwijs leerlingen en speciale leerlingen veel te bieden heeft.

Door de inzet van omgevingsonderwijs wordt getracht het leerproces te ondersteunen m.b.v. de natuur. Elk kind heeft namelijk recht op een passende onderwijsplek. Door de toename van het aantal leerlingen met een rugzakje in het reguliere onderwijs is omdenken geboden. Onderstaand zijn een aantal kansen opgesomd die tegemoet komen aan de relatie tussen passend onderwijs en omgevingsonderwijs.

 

  1. Door omgevingsonderwijs kan leerstof worden geplaatst in de directe betekenisvolle context.
  2. De natuurlijke buitenruimte is een ruimte waarin kinderen zich kunnen ontwikkelen.
  3. Spelen en leren in de natuur leert kinderen hun aandacht te richten en vast te houden.
  4. Een natuurlijke buitenruimte geeft de leerkrachten de kans om een passend onderwijsaanbod te formuleren.
  5. De natuur geeft veel input aan onwillekeurige aandacht. Dieren, water, bewegende dingen, bloemen trekken van nature de aandacht van kinderen.
  6. Zowel in de natuur als in de klas geldt: waarderen wat er is, betekent inzetten op de kwaliteiten (CNV, 2008).
  7. Natuurarrangementen zijn breed inzetbaar binnen het passend onderwijs, omdat ze verschillende ontwikkelingsaspecten tegelijk omvatten (De Jonge, 2015).

Relatie omgevingsonderwijs en preventief handelen

In het vakblad Zorg Primair staat een mooi voorbeeld van Peter beschreven. Dit voorbeeld geeft aan wat de relatie kan zijn tussen omgevingsonderwijs en preventief handelen. Samengevat staat er dat Peter hoogstwaarschijnlijk ADHD heeft en zich niet goed kan concentreren in de klas. Hij laat geregeld problematisch gedrag zien wat het leren voor hem en anderen  verstoord.

 

Echter ontdekt de juf dat in een buiten situatie (zoals een grasveld) Peter rustiger is, zich beter kan concentreren en zelfs kan observeren. Volgens het vakblad ligt hierin de sleutel om kinderen te helpen met problematieken. Kortom: hierin ligt de sleutel om preventief te handelen. Kinderen met ADHD die dagelijks in de natuur zijn hebben minder medicatie nodig. Ook hebben ze minder extreme concentratieproblemen als ze in een natuurlijke omgeving zijn. Hierin ligt een kans voor leerkrachten om preventief te handelen bij problematisch gedrag. Als een kind met problematiek zijn dag niet heeft of zeer storend is. Ga ermee de natuur in en probeer de les zo aan te passen dat hij aansluit. Hier is natuurlijk wel wat creativiteit en flexibiliteit van de leerkracht voor nodig, maar de leeropbrengst is veel hoger dan tijdens een normale les met een storende leerling (CNV, 2008). 


Praktische tips voor leerkrachten


Tip 1 - Wees flexibel met de omgeving

Speel met je les in op de mogelijkheden van de omgeving. Je kunt zelf de diepgang bepalen en de juiste focus aanbrengen door de opdracht voor de leerlingen specifiek te formuleren (Schuur, 2013).

Tip 2 - Verband tussen klas en omgevingsonderwijs

Zorg als leerkracht ervoor dat de lessen die buiten worden gegeven aansluiten bij hetgeen in de klas wordt behandeld. Laat de leerlingen bijvoorbeeld buiten de informatie verzamelen en het in de klas verwerken. Op deze manier zorg je voor een duidelijk verband tussen buiten en binnen. De informatie beklijft op deze manier veel beter (Schuur, 2013).

Tip 3 - Koppel een kerndoel

Alle methoden zijn erop gericht dat de leerlingen uiteindelijk kennis, vaardigheden en houding aanleren t.a.v. de kerndoelen. Lessen omgevingsonderwijs kunnen hier ook perfect op aansluiten. Door het kerndoel te koppelen aan je les zorg je voor de juiste focus (Schuur, 2013).

Tip 4 - Leerlijn doelen omgevingsonderwijs

Er zijn verschillende doelen opgesteld voor omgevingsonderwijs. Kies één van deze doelen en verweef ze in een lessenserie. Voorbeelden van deze doelen zijn: zorg dragen, benoemen, waarnemen, relaties, grondgebruik, vergelijken en elementen opdelen (Schuur, 2013).

Tip 5 - Kijk met de ogen van het kind

Probeer als leerkracht voordat je de les geeft de les door de ogen van het kind te bekijken. Wat zijn mogelijke vragen en opmerkingen die ze kunnen maken? Door dit voor te bereiden kun je het leereffect vergroten (Schuur, 2013).

Tip 6 - Stappenplan

Aangezien buiten de omgeving minder voorgestructueerd is en de uitkomsten niet allemaal vastliggen kan het handig zijn om als leerkracht een stappenplan te volgen. Onderstaand een voorbeeld stappenplan voor omgevingsonderwijs (Schuur, 2013).

Stappenplan
Stap 1 Kiezen van het gebied
Stap 2 Uitzoeken welke informatie te vinden is over de omgeving
Stap 3 Sorteren van informatie
Stap 4 Informatie ordenen
Stap 5 Uitvoeren
Stap 6 Evalueren

Tip 7 - Kies bewust je werkvorm

Een goed gekozen werkvorm kan het succes van je les bepalen. Kies je werkvorm op basis van hetgeen je wil bereiken in de les. Wil je een discussie? Dan is misschien een kringgesprek een mogelijkheid. Wil je samenwerking? Doe een samenwerkingsspel. Mogelijke werkvormen zijn: quiz, spel, presentaties, interview, rollenspel, maquette bouwen, speurtocht, etc.(Schuur, 2013) 

Tip 8 - Evalueer

Zorg dat je samen met de leerlingen de leeropbrengst in kaart brengt. Dit kan op persoonlijk niveau door bijvoorbeeld het maken van een vlog of op groepsniveau door gezamenlijk een presentatie of activiteit te organiseren (Schuur, 2013).


Eigen ervaring uit de beroepspraktijk

Als leerkracht van groep 4 heb ik de kracht van omgevingsonderwijs mogen ervaren. Door buiten met de kinderen op zoek te gaan naar even en oneven nummers beleefden de kinderen een waar rekenavontuur. In groepjes kregen ze een digitaal fototoestel waarmee de leerlingen even of oneven nummers op de foto moesten zetten. De opdracht is vooraf in de klas doorgesproken en de theorie is kort toegelicht. Na het maken van groepjes trokken we erop uit.

De leerlingen waren dol enthousiast, ze konden in de eerste 100 meter wat energie kwijt met rennen en vervolgens begon de zoektocht. Waar konden ze even en oneven getallen vinden? Ze moesten steeds nadenken of de getallen wel of niet even/oneven waren. Ook moesten ze samen overleggen, zoeken, rollen verdelen en de opdracht tot een goed einde brengen. 

Deze opdracht is uitgevoerd in de directe omgeving van de school. Op deze manier was de omgeving bekend, konden de grenzen van het gebied duidelijk worden aangegeven en was als leerkracht overzicht houden mogelijk. Het eindresultaat was een les die de leerlingen niet snel meer vergeten. Elke keer als ik vraag naar even en oneven getallen vertellen de leerlingen over dit avontuur. Al met al een fantastische betekenisvolle les. 

Maak jouw eigen website met JouwWeb